In de raadsvergadering van 12 mei jl. werd een besluit hierover al uitgesteld nadat Menno Duk (GroenLinks ) technische vragen had gesteld en het debat in de raad hierover onvoldoende duidelijkheid gaf voor raadsleden om een beslissing te kunnen nemen

GroenLinks vind het belangrijk dat er kritisch wordt gekeken bij beslissingen die invloed hebben op de gezondheid van mens, dier en natuur. Specifiek voor lood in de bodem heeft de GGD een gezondheidsadvies opgesteld en dat is niet voor niets.

Een bodemverontreiniging met lood kan vooral voor jonge kinderen en hun latere leven een gezondheidsrisico vormen. In het advies van de GGD wordt voor wonen met tuin of voor een kleine moestuin gesproken over voldoende bodemkwaliteit indien de loodwaarde lager is dan 90 mg/kilo. De bodemkwaliteit die als matig wordt beoordeelt ligt tussen 90mg/kilo en 370mg/kilo. De landelijke norm van 210mg/kilo die eerder werd gehanteerd, ligt dus al hoger dan beoordeeld te kunnen worden als voldoende. Eerder meldde het college dat in omliggende gemeenten de norm van 300mg/kilo wordt gehanteerd en in dat kader Lansingerland zijn buurgemeenten volgt. Na een inventariserend onderzoek blijkt dat de meest aangrenzende gemeenten de landelijke norm van 210mg/kilo hanteren. Echter de gemeente Rijnmond, waar de meeste bouwgrond voor Lansingerland vandaan komt, heeft zijn loodnorm op 300mg/kilo bepaald. Wanneer grond verplaatst wordt tussen gemeenten moet bij afwijkende normen een extra bodemonderzoek gedaan worden wat extra kosten met zich meebrengt. De vertraging die zo’n onderzoek oplevert blijkt minimaal en vertraagt gelukkig geen bouwtrajecten. Het uitsparen van de kosten lijkt voornamelijk een van de redenen om de norm te verhogen.